|
||||||||
|
De bandleden van de Amerikaanse country- en bluegrass-formatie Town Mountain hebben hun roots allemaal in de buurt van Asheville, een stadje in de ‘Blue Ridge Mountains’ in het westen van North Carolina. De oorspronkelijke leden Robert Greer (akoestische gitaar, leadzang, backing vocals) en Jesse Langlais (banjo, leadzang) kregen al snel gezelschap van Phil Barker (mandoline, leadzang, backing vocals, akoestische gitaar), daarna Bobby Britt (fiddle) en Zach Smith (bas, akoestische bas), en sinds kort drummer Miles Miller. Samen hebben ze vele jaren opgetreden op podia in de hele VS en ze erkennen dat dit een geluid is waar ze op hun nieuwe album naartoe hebben gewerkt, waarbij ze invloeden noemen die zo gevarieerd zijn als Grateful Dead, Chuck Berry, Townes Van Zandt en Bill Monroe. Hun muzikale missie begon in 2005, en hebben sindsdien zes albums opgenomen en op de platenmarkt gebracht. De laatste in dat rijtje is "Lines in the Levee", de opvolger van hun tot op heden meest succesvolle studioplaten "Southern Crescent" uit 2016, "Leave The Bottle" uit 2013, waar in 2014 met "Live At The Isis" wel nog een live album op volgde. Op het nieuwe album, hun debuut voor het New West label, horen we een combinatie van mountain muziek uit het oosten van de VS met een mid-west honkytonk hart, een hardwerkende mix van bluegrass, altcountry en folkmuziek, waarbij ze putten uit hun Appalachen-erfgoed om in elf nummers leven en dood te brengen. "Lines in the Levee" is duidelijk het werk van een band die bedreven is in het aanpakken van ongemakkelijke onderwerpen en tegelijkertijd de last voor het publiek verlicht. Dit volleerde zestal wordt dan ook nog op vele songs vergezeld door een groot aantal andere muzikanten die een scala aan instrumenten meebrengen, waaronder accordeon, mellotron, dobro, orgel, Wurlitzer, sitar, conga en pedal steel. Het album opent met de zin: 'Trouble come rising, out on the city / Paranoia on the street', terwijl de band in dit titelnummer een krachtige beat, geweldige samenzang, en subtiele doch krachtige fiddle & banjo neerzet. En zelfs als het nummer eindigt met een onheilspellende waarschuwing, waarbij leadzanger Robert Greer zingt 'You better run for shelter 'fore you wash away / Storms are churning out on the delta / and the rains they're pourin' down' dansen Greer en zijn gezelschap zich een weg door een aanstekelijk hoopvol akkoordenschema, en is het duidelijk dat ze de impact van het vloedwater na orkaan Katrina nog lang niet vergeten zijn. Doorheen het album verkennen de drie leadzangers / liedjesschrijvers - Greer, Barker en Langlais - thema's met een gespleten gevoel tegenover een woonplaats die verzonken is in alcoholisme en horen we wanhoop in "Comeback Kid", het onvermogen om ervoor te zorgen dat kinderen een systeem hebben dat ze kunnen vertrouwen in "Distant Line", en het verlangen om los te komen van een doodlopend levenspad in "Big Decisions". Een trio songs gebracht met geweldige vibes, sensationele zang en uitstekend muzikaal vakmanschap. Naast deze songs bevat het album een aantal andere opvallende nummers, waaronder "Firebound Road", dat eerder als single naast de titeltrack werd uitgebracht, en de klimaatcrisis in "Seasons Don't Change" is een innemend, upbeat dance nummer dat uit hun ervaringen op de weg put en tevens hun vaardige lyrische vaardigheden toont. Tevens bevat deze song een geweldige fiddle solo aan het eind van het nummer, die ik volgens mij niet eerder heb gehoord buiten Charlie Daniels' "The Devil Came Down To Georgia". Het diepe en emotionele "Rene" is muzikaal vrij spaarzaam om plaats te maken voor de diepte van de emotie die dit nummer zo mooi maakt. Deze verbluffend mooie ballade die het verlies betreurt, straalt tegelijkertijd kracht uit met teksten als: 'Ain't much a man can do when his road twists and turns / hold tight to the wheel boy and steady on the curve' en verder 'if I should fall out on the road so many miles from home / please know that I'm not leaving, no you'll never be alone / be the tall trees on the mountain when you see them nod and sway'. Het snaargestuurde ritme geeft dit nummer een diepere weerklank dan een liedje van vier minuten normaal toelaat, dit is een hel van een snarenband! Naar het einde toe is "Unsung Heroes" een episch nummer qua inhoud, dat veel langer klinkt dan zijn vier en een halve minuut doen vermoeden terwijl "American Family" een upbeat nummer is en laat gewoon weer een demonstratie van hun literaire lyrische bekwaamheid horen en dit voordat het hartverscheurende "Lean Into the Blue" het album afsluit. Dat de band zo veelzijdig, gecultiveerd en comfortabel bij elkaar is, zorgt voor een boeiende luisterervaring. De mogelijkheid om te wisselen tussen leadzangers en nummers te kiezen van verschillende schrijvers betekent voor hun een grote creatieve luxe. Er zijn veel invloeden aan te wijzen, maar het overheersende gevoel op dit album is een gevestigde, sterke en gepolijste gevoeligheid. De drumpartijen zijn fabelachtig subtiel, solostukken zijn charmant gestructureerd, er zijn enkele prachtige uitschieters en het is vooral verfrissend om Town Mountain ook eens wat risico's te horen nemen.
|